Het verspreidingsbereik van de soort beslaat een groot deel van Europa. In de noordelijke delen van het continent is het een laaglandsoort, terwijl in een groot deel van Zuid-Europa het is beperkt tot de bergzone. De gladde slang is een dagelijkse slangensoort, hoewel hij vrij verborgen is en hij leeft in verschillende soorten droge, zonnige habitats. Deze slang vermijdt extreme temperaturen en is vaak actief in de koudere uren van de dag, in warme bewolkte omstandigheden en zelfs 's nachts, bij warm weer. Hij wordt vaak gevonden zonnebadend onder vegetatie, of onder metaalafval. Deze slang is slecht beweegbaar en flegmatisch, maar hij bijt als je hem met je hand aanraakt en laat hij stinkende vloeistof uit de anale klieren vrij. De slangen paren meestal in de lente (april-mei), maar zij kan weer paren in de zomer (augustus- september) en dan worden de jongen in winterslaap gebracht om te worden geboren nadat het vrouwtje uit haar winterslaap ontwaakt (in de lente). Binnen het NPG wordt de gladde slang geassocieerd met de beukenbosgordel, op een hoogte tussen 900 en 1.850 m.
Volgens Europese documenten wordt de soort beschermd in overeenstemming met: Habitatrichtlijn 92/43/EEG – Bijlage IV: Dier- en plantensoorten die belangrijk zijn voor de Unie en die strikt worden beschermd, Verdrag inzake het behoud van in het wild voorkomende dier- en plantensoorten en de natuurlijke leefmilieus in Europa (BERN) – Bijlage II strikt beschermde faunasoorten, evenals onder het Verdrag inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES).