Het grootste verspreidingsgebied van de soort bevindt zich in het zuidelijke en oostelijke deel van het Balkanschiereiland. Deze slang is een dagelijks dier, snel en voornamelijk terrestrisch, en hij leeft op droge, open habitats met slechte vegetatie. Hij zonnebaadt altijd op de weg en sterft meestal door de voertuigen. De kaspische toornslang is een zeer agressieve slang en trekt zich meestal niet terug wanneer hij wordt aangevallen. Als je dichtbij komt, tikt hij constant met zijn staart en is hij klaar om te bijten als je hem met de hand aanraakt. Tijdens de jacht hij kan 5 tot 7 meter langs struiken en bomen klimmen (Arnold, 2002). Binnen het NPG komt de soort relatief veel voor op lagere hoogtes, van de oevers van de meren tot 1.150 m.